De meeste vezels die in geperst vilt worden gebruikt, zijn wol. Wolvezels hebben kleine weerhaakjes, die helpen bij het natuurlijke vergrendelings- of viltproces.
Geperst wolvilt wordt gemaakt via een ingewikkeld proces dat vaak wordt aangeduid als "natte verwerking". Vezels worden samengewerkt door druk, vocht en trillingen, vervolgens gekaard en gekruist om meerdere lagen materiaal te maken. De uiteindelijke dikte en dichtheid van het materiaal bepaalt het aantal lagen dat vervolgens wordt gestoomd, bevochtigd, geperst en uitgehard.